Blog 30: Wie zit er aan het stuur?

Zitten wij nu wél of niet aan het stuur van ons leven? Wie of wat bepaalt waar en als wie we geboren worden en onder welke omstandigheden we moeten leven? Is dit louter toevallig? Wie of wat bepaalt ziekte en dood? Dat zijn toch geen eigen keuzes? Is dat voorbestemd of wordt het bepaald door toeval? Zullen we het ooit weten?

Mo Gawdat heeft hiervoor m.i. een gouden advies: “Als je moet kiezen tussen twee gedachten en je kunt ze beiden niet bewijzen, kies dan voor de gedachte die je gelukkig maakt.”    

“Niet de kaarten die ik krijg bepalen het spel, maar de manier waarop ik ze uitspeel.”

Maar die keuze wordt natuurlijk ook weer grotendeels bepaald door de fabrieksinstellingen van mijn ego, waarover ik maar weinig te zeggen heb gehad. Mijn keuzes zijn bovendien afhankelijk van mijn ervaringen en mijn opvoeding, waarover ik ook weinig te vertellen had.

“Er blijft maar weinig van mij over indien ik alles wat ik van anderen heb af moet geven.” 

Duidelijk is dat ik in mijn leven geholpen word door mijn bewustwording, mijn ‘plus’, die mij misschien soms andere en betere dingen laat zien, waardoor ik een andere ‘eigen’ keuze kan maken, daarbij geholpen door mijn unieke opties. Maar wie kiest er dan? ‘IK’ of ‘ik’, of doen we dat samen?

“Jij bent de baas”, en niet je brein, stelde zowel Mo Gawdat als Andre Aleman in ‘Je brein de baas’. “Jij mag kiezen”. Maar strikt genomen lijkt dit te betekenen dat bewustzijn (plus) en niet mijn brein hier de dienst uitmaakt. Maar klopt dat wel?

Ik denk dat alle mogelijke opties worden aangedragen door de omstandigheden én de hierop volgende gedachtestroom, waaruit bewustzijn kan kiezen. Indien bewustzijn gefocust is kiest het voor een optie die past bij onze gezamenlijke missie of groei. Maar indien bewustzijn het af laat weten krijgt mijn onbewuste brein het laatste woord, bij de keuze uit de gedachtestroom. Per saldo is mijn brein de uitvoerder van een gezamenlijk besluit.

Anders dan slechts het toeziend vogeltje te zijn, is bewustzijn in staat gedachten te selecteren en daardoor te beheersen en ego op bepaalde voorbij komende gedachten te attenderen om er gehoor aan te geven.

Maar in de wetenschap dat het me dient, kan ik de kwebbelaar in mijn hoofd opdracht geven te stoppen met hardop te denken. Door gedachten te selecteren en mijn google machine specifieker te laten zoeken kan mijn bewustzijn de bal voor open doel leggen. Zo kan het ook mijn brein aanraden om gedachten niet zomaar te geloven, net zomin als mijn dromen. Daarmee kan mijn brein bijgesteld worden en een ander programma volgen.   

Als zuiver ego ben ik de speelbal van mijn fabrieksinstellingen, de omstandigheden en bijgeleerde ervaringen. Maar, mag ik me als een niet bestaand ‘iemand’ nog wel een speelbal,  passagier of chauffeur noemen? Eerder ben ik een superrobot met een heel goede ingebouwde programmeur, van wie ik ‘zelf’ mag rijden.

Als programmeur ben IK de toezichthouder die tevens het ‘leven’ en het functioneren in deze robot wil ervaren. Hierbij maak IK bovendien gebruik van een kosmisch plan van gebeurtenissen om mijn wensen ten uitvoer te brengen. IK heb van meet af aan voor dit unieke en specifieke robotje gekozen, dat mij kan helpen bij mijn karmische opdracht.

Maar ook IK moet mijn aandacht bij de les houden, iets waarover ego niets te zeggen heeft. Ook ik mag me niet mee laten sleuren door wat mijn ego overkomt. IK moet mijn ego scherp houden, want uiteindelijk ben IK als chauffeur afhankelijk van, maar ook verantwoordelijk voor het functioneren van mijn voertuig en moeten we er samen uit zien te komen.

Blog 29: Levensweg

 

Wanneer we met de kleinkinderen een spel willen spelen, dan wordt de laatste tijd regelmatig gekozen voor  ‘levensweg’. Een bijna levensecht spel waarin je zelf kiest voor een opleiding en je mag kiezen uit enkele beroepen. Je begint aan je carrière en krijgt de keuze om al dan niet een gezin te stichten, hetgeen je later bonuspunten oplevert.

Je krijgt ook de keuze om een risicovol, dan wel een rustig traject te volgen. En ondertussen bepaalt het lot via de dobbelstenen je inkomsten, je mogelijkheden en je beperkingen. Kortom: ‘levensecht’. Maar omdat dit een spel is, kun je je verliezen wel verdragen, ook al geniet je méér bij winst. Zou je het spel van jouw leven niet net zo kunnen spelen. Er zijn keuzes te maken waarin je inspraak hebt en waarbij jij mag kiezen. Natuurlijk wordt de keuze mede bepaald door jouw persoonlijke voorkeuren en persoonlijke ‘fabrieksinstellingen’. Verder wordt er veel door het lot bepaald, maar het blijft een spel. Een benadering van het leven die we ook bij Mo Gawdat, auteur van ‘De logica van geluk’ al tegenkwamen. De benadering van het leven als een spel met uitdagingen.

Net zo neemt Paul Smit je mee naar de bioscoop en vraagt hij je te kijken naar de film van jouw leven. Bekijk de film zoals je iedere film bekijkt, in het ‘nu’ van elke situatie, genietend van de spanning, van het drama en van de vreugde. Je begrijpt en weet dat alles in de film zich afspeelt volgens een bepaald scenario, waarvan de afloop jou echter nog niet bekend is.

Nu moet je je ook voorstellen, zegt hij, dat de Muppets achter je zitten, die weliswaar in het ‘nu’ van de film zitten, maar die er bovendien hardop van alles van vinden. Die hardop de mogelijke gevolgen voorzien van al wat er waarom nu zou kunnen gaan gebeuren. Ze verpesten je hele film! Zij hebben hun eigen overtuigingen, vanuit hun eigen ervaringen, en ze maken zich druk over het ‘verleden’ en de ‘toekomst’ van de film en de hoofdrolspelers.

Net zo leven wij veelal niet in het huidige moment, maar zijn de Muppets in ons hoofd bezig met ons verleden en onze toekomst, ook al kennen we het scenario nog niet. Dus, roep de Muppets in je hoofd een halt toe. Blijf zoveel mogelijk in het nu.

Een inzicht: Het leven bestuurt jou i.p.v. dat jij het leven bestuurt, maar je probeert je eigen roeping te volgen. De keuzes die jij maakt ontstaan in jou, op grond van de gedachten die in jou ontstaan en die bij jouw instellingen en bij het universele spel horen. Net als bij ‘Levensweg’ heb je wel iets te zeggen, en moet je kritisch blijven en kiezen, maar het lot en het toeval of een scenario bepalen de uitkomst.

“Het leven is als een totaal verzorgde bootreis, alleen sta jij niet achter het roer.” (Paul Smit)

Dit klinkt natuurlijk als determinisme, maar Stephen Hawking zei: “Ook mensen die geloven in determinisme kijken naar links en rechts wanneer ze de weg over steken.”

Blog 28: Ben ik de chauffeur of de passagier?

Nu nog eerst even terug naar een van de belangrijkste vragen uit ons leven: “Zitten wij wel aan het stuur in ons leven?” Of zijn wij als kleine kinderen in die zelfrijdende autootjes in een pretpark, die opgewonden rondrijden en denken aan het stuur te zitten, om er later achter te komen dat de karretjes vanzelf gereden worden.

Ben ik de chauffeur of de passagier?” Hoeveel zeggenschap heb ik? Zijn de dingen in mijn leven maakbaar, of word ik gedomineerd door de omstandigheden? (Tim Koldijk: Van kijken naar zien)

Wanneer ik kies voor de rol van passagier lijk ik daarmee inherent ook mijn ‘vrije wil’ op te geven. Dan ben ik immers voorbestemd en ‘slachtoffer’ van het determinisme. Maar kies ik voor de rol van chauffeur, dan is het leven maakbaar en moeten de omstandigheden door mij aangepakt worden.

Een metafoor rond dit thema vinden we terug in de vorm van de koets van Gurdjeff, met mijzelf op de bok en de meester achter in de koets. Ik mag bepalen hoe ik de bestemming wil bereiken die de meester mij opgeeft.

Eenzelfde  koets-metafoor werd duizenden jaren eerder al gebruikt in de Bhagavad Ghita, maar hier met de godin Krishna op de bok en mijzelf ín de koets. Krishna bepaalt de koers van mijn leven en doet me beseffen niet zelf te handelen, maar de handelingen door mij heen te laten gaan. Ze nodigt me uit om te handelen naar eigen roeping, maar daarbij niet gehecht te zijn aan de gevolgen en me dit handelen niet toe te eigenen. Ook Boeddha zal later deze denkwijze volgen. Krishna of bewustzijn maken de dienst uit in mijn leven. Er wordt door mij heen gedaan middels mijn ego.  

Paul Smit stelt iets soortgelijks: “Het leven is als een bootreis, waarbij ik niet aan het roer sta”, waarmee ook hij mijn onmondigheid en predestinatie lijkt te beklemtonen. Toch lijkt hij me in de rol van ‘passagier’ aan boord nog zoiets als een persoon te bieden die zijn ‘ik’ aan boord kan handhaven. Maar wanneer hij vervolgens deze passagier alleen als een ‘ego’ omschrijft, een lichaam met een brein, waarmee ego weliswaar tot iets levends, maar niet tot ‘iemand’ verwordt, dan is er geen sprake meer van een ‘ik’ als passagier, noch een ‘ik’ als chauffeur.

Daarmee wordt ook de vraag of ik de chauffeur of de passagier ben geheel overbodig, want dan is er niet ‘iemand’ om zoiets als passagier of chauffeur te worden. Dan is Krishna de menner van een koets, zonder een ‘mij’ in de koets, en ben ik slechts de koets, het vehikel van Krishna. Mijn ego (ik) als vehikel van Bewustzijn. Ben ik nog wel ‘Ego-Plus’ nu mijn ego steeds minder meetelt?

In ‘Praten over bewustzijn’ stellen Patrick Kicken en Paul Smit al in de inleiding: “Stel je toch eens voor dat alles gewoon gebeurt!” Dat alles simpelweg plaatsvindt zonder dat jij je daarover druk hoeft te maken. En bovendien waarschijnlijk nog beter dan nu, omdat je ‘piekerverstand’ er vaak minder van bakt dan je intuitieve werkverstand.

Zij verwijzen naar de volgende veelzeggende tekst van Albert Einstein:

“Als de maan, tijdens het verwezenlijken van haar eeuwige beweging rondom de aarde, voorzien was van zelfbewustzijn, zou ze er volledig van overtuigd zijn, dat ze aan het bewegen was vanuit zichzelf.”  

En in een andere uitspraak stelt Einstein: “Als ik niet naar de maan zou kijken, weet ik niet of hij er nog wel is.”

In ‘De wereld van Dirk De Wachter’ lezen we: “De mens is alleen al door zijn existentie een uitzondering bij uitstek, door er simpelweg tegelijkertijd te zijn en te ‘wezen’, zich bewust te zijn van dat eigen bestaan.” 

Het gaat niet meer om de vraag of ik de chauffeur of de passagier ben, maar over de vraag hoe ‘zijn’ en ‘wezen’ in ons als mens verenigd worden. En dit vindt plaats door ‘er te zijn’ én, door zich  bewust te zijn van dat ‘eigen’ bestaan, ‘er te wezen’.

Enerzijds te beseffen als ego, als lichaam en brein, de koets te ‘zijn’ en anderzijds bewustzijn te herkennen als de koetsier en daarmee ons ‘wezen’ te doorzien.

En op de vraag ‘wie ik ben’ kan ik dan stellen: “Ik ben de som.”  Door er te ‘zijn’ en er te ‘wezen’, ben ik twee in één, of misschien zelfs meer dan dat, hét éne dat is, álles.

Ik kan het alleen nog niet geloven. Mijn ik wil het stuur, dat hij denkt in handen te hebben, nog niet uit handen geven, uit angst voor de toekomst. Wat denk jij ervan?

 

Blog 27: Beleving van ego

“We staan elke dag op, doen wat er van ons verwacht wordt en gaan dan weer slapen en dat noemen we leven. We saboteren onszelf zonder het te beseffen, omdat we nadoen wat ons ooit is voorgedaan en dan denken we dat het zo moet gaan. En ondertussen organiseren we de dingen zo, dat we geen tijd hebben om stil te staan bij dat wat we ten diepste voelen. We vergeten wat we waard zijn en durven niet te geloven dat we het goeie wel degelijk verdienen. We vinden het makkelijker om te berusten bij ons leed, om onszelf te troosten na de pijn, dan te kiezen voor wat ons echt gelukkig zou maken.” (Griet op de Beek: ‘Kom hier dat ik u kus’)

Leven is een ‘beleving’ van ego-plus, net als het rijden in een auto. Hierbij wordt de ‘beleving’ gekenmerkt door het vervoermiddel én de rijstijl van de chauffeur. Evenzo wordt het leven in een ‘ego’ gekenmerkt door de eigenschappen van dat ego én de eigenschappen van de opmerkelijke chauffeur, bewustzijn. Maar zeker zo belangrijk is ook de weg die gevolgd wordt en de omstandigheden.

“De mens is niet zijn lichaam, dat een ding is; noch is hij zijn ziel, zijn psyche, bewustzijn of geest, die ook dingen zijn. De mens is helemaal geen ding, maar een drama, zijn leven, een puur en universeel gebeuren, dat aan ieder gebeurt en waarin ieder van zijn kant slechts gebeuren is.”  (Jose Ortega y gasset, ‘Historie als systeem’ p.167)

Leven als een ‘beleving’? Moet en kan ik stil staan bij mezelf en me afvragen wat ik echt wil, in plaats van alleen vaart te maken en klakkeloos na te doen wat anderen mij voordeden? 

Is het zinvol om mijn opgelopen deuken zo goed mogelijk te herstellen, onderhoud te plegen, om te proberen weer bij mezelf te kunnen komen en authentiek te zijn? Moet ik breken met mijn maskers, mijn missie zoeken en volgen. Of kan ik slechts volgen wat gebeurt?

Ons ware ik wordt vaak in de weg gestaan door ons ego en is te vinden door ons open te stellen voor de wereld om ons heen. […….] Ons hoofd zit vaak volvan nutteloze stellingen en ideeen, dingen die zich in onze verbeeldig hebben gewurmd en zorgen veroorzaken. (Filosofie Magazine, Wijsheid uit het Oosten)

“Misschien kan ik aandacht een beetje sturen, maar niet controleren. Aandacht hebben we niet in de hand, integendeel, aandacht heeft ons in de hand en gaat haar eigen gang en schept een beleving van jou in jouw wereld. De beleving behoort niet aan jou toe, maar jij aan de beleving.” (Jan Warndorff. ‘Geen idee’)  

Of moet ik toch liever Sartre volgen die stelt dat mijn handelen vooraf gaat aan mijn zijn. “L’existence precède l’essence.”

Maar waardoor wordt ons ‘leven’ nu eigenlijk bepaald? Door de omstandigheden, ego of bewustzijn?

 

Blog 26: Luister niet naar je gedachten

“Luister niet naar je gedachten”, is de belangrijkste aanwijzing van een Meester, lezen we in InZicht. (1.2018)

Byron Katie werd pas gelukkig werd toen zij ophield haar gedachten te geloven, en op basis daarvan formuleerde zij vier vragen die haar leven veranderden. “Is het waar? Weet je absoluut dat het waar is? Wat gebeurt er wanneer je die gedachte gelooft? Wie zou je zijn zonder die gedachte?”

Wanneer we onze gedachten herkennen als producten van ons ‘onbewuste brein’ ligt het iets meer voor de hand om inderdaad de nodige vraagtekens bij onze gedachten te plaatsen. Maar nog los van de kritische benadering van je gedachten kun je je afvragen wie er eigenlijk naar die gedachten luistert, en wie wie moet opdragen om dat niet meer te doen.

Het is mijn bewustzijn dat de gedachten van mijn brein al dan niet selectief beluistert, om ze vervolgens terug te geven aan mijn onbewuste brein dat er al of niet nog iets mee kan doen. Maar het is mijn onbewuste brein dat verantwoordelijk is voor de productie van de stroom van mijn gedachten. Ook de tip om niet naar die gedachten te luisteren is inmiddels een gedachte van ons onbewuste brein die door ons bewustzijn is gescreend en bevestigend teruggekoppeld richting mijn onbewuste brein zelf. Zelfcorrectie dus.

De boodschap is dus dat we niet al te geloofwaardig moeten staan tegenover onze eigen gedachten, en deze niet lichtvaardig moeten volgen, maar ze net als Byron Katie kritisch tegen het licht moeten houden en ons opnieuw moeten afvragen of de gedachten waar zijn of niet, en wat er gebeurt wanneer we die gedachten wel of niet geloven.

Prettig is dat je nu doorziet dat gedachten producten zijn van jouw brein. Jouw brein, waarvoor jij weliswaar aansprakelijk bent, maar niet verantwoordelijk, en dat je niet bent, ook al beweert Dick Swaab van wel. Gedachten zijn in beginsel immers net zo iets als je dromen, breinproducties en fantasieën. Maar, wanneer jij je brein en deze gedachten net als je dromen klakkeloos gelooft en ernaar handelt, blijf je wel aansprakelijk voor de gevolgen van dat handelen, ook al ben je niet verantwoordelijk voor het ontstaan van die gedachten. Of heeft bewustzijn misschien te weinig aangedrongen?

En als het leven een spel is van de ziel of bewustzijn, dan is ook deze scenarioschrijver voor een belangrijk deel verantwoordelijk, tenzij jouw ego als een stand-up comedian het stuk nog wijzigt in verondersteld voordeel, en daarmee een andere richting geeft aan het geheel. Maar uiteindelijk kunnen we toch alleen de uitvoerder aanspreken op de gevolgen, omdat bewustzijn onzichtbaar is en we het scenario niet kunnen overzien.