Blog 38 De relatie tussen ego en ‘plus’

De relatie tussen ego en ‘plus’

Alleen met de constatering dat wij zowel Ego als Bewustzijn zijn is nog lang niet alles opgelost. Integendeel, daarmee leek het aantal vragen alleen maar toe te nemen. Dat bleek ook uit de onvree van André Aleman, die het ‘brein de baas’ wilde zijn. Want hoe moet dat dan? Waar begint bewustzijn en waar houdt het niet-bewuste op? En hoe communiceren die twee samen? En wie stuurt wat aan?

Bewustzijn is met een eigen missie in dit leven gekomen, die het kan bereiken door aandacht te geven aan wat bij hem past. Ons onbewuste brein produceert talloze gedachten per dag, waarop bewustzijn al dan niet kan focussen. En soms kan bewustzijn er ‘nog net een op de staart trappen’ die hem goed past. Het is juist dit ‘bewust’ oppikken van deze gedachte wat ons verder kan brengen in onze ontwikkeling.

Hetzelfde geldt min of meer ook voor de keuze tot reflectie welke bewustzijn kan maken uit de talloze fysieke zintuiglijke waarnemingen. Alleen wanneer het onbewuste brein gedwongen is te focussen op gevaar of op lopende opdrachten lijkt de keuze van bewustzijn beperkt. Daarbuiten speelt een gedeelde missie van bewustzijn en het ego beiden in de kaart.

Verwarring sloop ook binnen met de metafoor, waar we via de chauffeur en de passagier bij de koets en Krishna uitkwamen. ‘Ik’ word gebruikt als voertuig, maar dit ben ik slechts ten dele, want behalve ego ben ik ook ‘plus’, bewustzijn, of Krishna, voor zover mijn volautomatisch ego niet zelf kan rijden, zoals bij álle al of niet gewervelde soortgenoten het geval is.

                                                   “Das Sein braucht der Mensch” zei  Heidegger.

Verwarring, omdat wij er niet aan gewend zijn onze ware aard te kunnen zien als twee in één: ‘Ego én zelfbewustzijn’, of misschien wel ‘Bewustzijn en ego’. Voor het eerst in de evolutie heeft zelfbewustzijn plaats genomen in de koets van ego. Kenner en gekende onder één dak, ook al gaat iedere metafoor wel ergens mank, zeker als de koetsier onzichtbaar blijkt.

En dankzij dit Zelfbewustzijn krijgt ego niet alleen meer zicht op zichzelf, maar door samen te focussen krijgt het ook de kans op extra nieuwe inzichten, en kan het leren. Samen zijn wij ons brein de baas.

Blog 37 Verlichting als levenskunst

Verlichting als levenskunst

“Een mens is al verlicht, hij is het alleen vergeten. Dus geef het zoeken op, en leidt een leven van verlichting” , is de boodschap van Tijn Touber. Verlichting is geen weg, maar een beslissing.”

Ofschoon ik het geheel met hem eens ben moet je wel eerst zijn boek ‘Spoedcursus Verlichting’ gelezen en begrepen hebben om je hierin te kunnen vinden. Zoals hij zegt moet je eerst al je oude conditioneringen loslaten, maar dan ook álle. En net als bij Boeddha moet je op de allereerste plaats je gebruikelijke ‘zelf’ opgeven en jezelf als puur bewustzijn willen zien. Als het mooie mannetje of vrouwtje in jezelf, als je ziel of je spirit. Je moet inzien dat jij een hersenspinsel van je eigen brein bent. En met Jill Bolte Taylor zegt hij dat je in het Nirwana kunt leven door je linker breinhelft te dimmen. Je zou je verstand moeten uitschakelen, geen enkele weerstand meer moeten ervaren, om ook daadwerkelijk verlicht te zijn. Nadenken is twijfelen, en staat verlichting in de weg.

Maar ook als je na het lezen hiervan nog niet verlicht bent, heeft hij een goede tip. Aangezien onze gedachten bepalen hoe we ons voelen, stelt hij ons voor de volgende keuze: Waarom niet zeggen: “Ik ben de gelukkigste mens op aarde.”

“Verlichting is je bewust worden van de duisternis” zei Jung. We ervaren niet wát er is, maar onze perceptie van wat er is. Datgene wat jij voor waar aanneemt. Pas op voor al die ‘waarheden’.

“Neem je eigen verantwoording en luister niet naar een ander” zei Boeddha. Zorg dat je er genoeg dagen werkelijk bent!

Blog 36: Over loslaten als levenskunst

Over ‘loslaten’ als levenskunst

Een jaar geleden publiceerde Jeroen Hopster in Filosofie Magazine een boeiend artikel over ‘Loslaten als levenskunst’. Hierin kwamen belangrijke verschillen tussen het Oosters en Westers denken naar voren. Wij in het westen benaderen het leven als een reis met een missie, met een doel en een bestemming, terwijl de Oosterse levenskunst geen noties als zin en bestemming in haar systeem heeft.

In het Oosten adviseert men om het leven als vanzelf te laten gaan. Om één te worden met de situatie, en daarin je geluk te vinden zonder te zoeken. En dit adviseren komt niet zomaar als advies naar voren, maar berust op de overtuiging dat er toch niets over te vertellen valt en dat iedere vorm van verzet je geluk in de weg staat.

In het taoïsme bestaat al evenmin een weg om te bewandelen. De weg komt eenvoudig achter je aan. In aanvaarding volgen van wat zich aandient én ernaar handelen. Dát is de route.

Het boeddhisme gaat nog iets verder en kent zelfs geen ‘ik’ of iemand die iets moet bereiken. Er zijn alleen gedachten, maar niet ‘iemand’ die deze gedachten heeft. Het leven is een stroom van gedachten en van dingen die gebeuren. Verlang niet anders dan wat is. Om hierin een doel, betekenis of zin te onderscheiden is moeilijk, zo niet onmogelijk. Volg je missie, betekent meegaan met de stroom die zich aandient, zonder vast te klampen of los te laten. Weliswaar lijkt er iemand te zijn die iets doet, of iets kan doen, maar er is niemand. Er wordt eenvoudigweg gedaan.

De boodschap is dat pas wanneer je het loslaten zelf hebt losgelaten, het doel bereikt is.

Blog 35 De vrije wil in Homo Deus

In zijn magistrale werk ‘Homo Deus’ meldt Yuval Noah Harari dat de wereld van nu nog gedomineerd wordt door een liberaal pakket van individualisme, mensenrechten, democratie en de vrije markt. Liberalen waarderen deze individuele vrijheid, omdat ze geloven in de vrije wil. Maar, zo stelt hij, nu de wetenschap geen ‘vrije wil’ en geen ‘zelf’ kan ontdekken, is eigenlijk het hek van de dam.

De ‘vrije wil’ volstaat niet meer om het handelen van de mens te verklaren. Genen, hormonen en neuronen lijken de rol van deze zogenaamde ‘vrije wil’ overgenomen te hebben. Vrijheid en vrije wil zijn holle verhalen, en determinisme en toeval hebben de leiding.

Als extra argument schuift hij de evolutietheorie nog naar voren. Van ‘natuurlijke selectie’ zou bij mens en dier geen sprake kunnen zijn als wij vrij konden kiezen wat we eten en met wie we paren. Toch menen wij te handelen uit verlangen, reden waarom we ons ‘vrij’ voelen. Maar ook dieren handelen uit verlangen, wat hen nog geen ‘vrije wil’ geeft. De vraag is dus of we wel kunnen kiezen wat we verlangen. Of is het zoals Schopenhauer zei: “De mens kan wel doen wat hij wil, maar niet willen wat hij doet.”       

Ook op hersenscans kan de keuze die we gaan maken al voorspeld worden, voordat we er ons van bewust zijn. De beslissing weerspiegelt weliswaar de eigen keuze, maar het is alleen géén vrije keuze! Ik kies mijn eigen verlangens niet, ik voel ze alleen en handel ernaar.

En ook Harari wijst naar het concept van een ziel met een opdracht, en het verlangen deze opdracht waar te maken. Maar als we accepteren dat er geen ziel is, en geen ‘zelf’, dan zijn er ook geen eigen verlangens. Er is geen permanent ‘zelf’ dat eigenaar van die verlangens is. En ‘ik’ ben ook niet de baas over mijn gedachten, en kan ze geen definitief halt toeroepen.

De wetenschap heeft inmiddels dus ook het geloof in het individualisme ondermijnt. Mensen zijn geen individuen volgens Harari, maar eerder ‘dividuen’. En om het gevoel van één onveranderlijk ‘zelf’ te kunnen behouden kiezen we maar voor onze ‘verhalende’ zelf, liever dan voor de ‘ervarende’ zelf.

En Harari verwijst terug naar Boeddha en Plato, die dit individuele ‘zelf’ ook al in twijfel trokken. Wetenschappers echter lijken te weigeren om van hun geloof in het liberalisme af te stappen, en spelen dubbelspel, stelt hij.