Blog 43: Voortschrijdend inzicht 5

“We moeten leren toe te laten dat zowel plezierige als onplezierige ervaringen plaatsvinden, zonder die vast te pakken als iets wat ons toebehoort.” ( Boeddhisme in alle eenvoud. Steve Hagen)
Pierre Capel stelt dat ons ‘waarnemen’ een ‘ratatouille’ van de meest uiteenlopende elementen is.
“Het recept van deze ‘ratatouille’ bestaat uit instinctieve, emotionele en rationele componenten, die gemarineerd zijn in historische achtergronden en herinneringen, omgevingsfactoren en stemmingen. En dit geheel wordt gekruid met levensbeschouwelijke opvattingen en karaktereigenschappen, en geserveerd op een bedje van genetische variaties.”
“Maar als al het waarnemen en handelen gestuurd wordt door een mix van bewuste en onbewuste processen, kunnen wij dan wel rationeel en objectief waarnemen?” (Het emotionele DNA, Pierre Capel)
Genoeg argumenten om onze waarnemingen en de daaruit voortvloeiende gedachten en overtuigingen te betwijfelen. En het is onze mening over de dingen die ons gedrag, en onze kijk op verleden, heden en toekomst bepaalt. Die ons doet lijden of gelukkig zijn. En, stelt de neurowetenschap: ons gedrag en ons denken bepaalt onze hersenen, en onze hersenen bepalen ons gedrag en ons denken. Tijd om kritisch te worden op ons denken, én…om met Damasio te spreken, op ons voelen.
‘Bewustzijn’ heeft ons misschien nog méér te bieden dan alleen ‘zelf’-bewustzijn. Sartre spreekt bijvoorbeeld ook over een ‘irreflexief’ bewustzijn, dat los staat van zelfbewustzijn en los van het onbewuste. Voorbeeld: Als ik zit te lezen ben ik me ‘bewust’ van het verhaal dat ik lees, maar ben ik me op dát moment niet meer bewust van mezelf, dus niet ‘zelf-bewust’. Maar misschien kan ik ook onbewust lezen, net zoals ik onbewust kan autorijden, om me dit slechts af en toe bewust te worden.
Wellicht speelt ‘een sturend bewustzijn’ mij ook informatie toe vanuit ‘het veld’ of uit ‘the cloud’. Einstein zei dat hij de oplossing E=mc2 plotsklaps binnenkreeg, maar er nog jaren voor nodig had om het te bewijzen. Zoals mijn computer verbinding heeft met ‘the cloud’, en tussentijds geïnformeerd en bijgesteld wordt, zo kan misschien ook mijn ego via bewustzijn geïnformeerd en bijgesteld worden. Daarmee is ook de ‘afscheiding’ tussen mijzelf en het geheel steeds vager, en misschien wel gehéél afwezig.
En als ik nú moet zeggen wie ik ben, dan ben ik de fragmentarische informatie welke bewustzijn mij laat ervaren in en vanuit mijn ego domein, en wellicht vanuit het veld of het Geheel. Ik ben ‘de bewustwording’ van bewust gemaakte signalen. Ik bén ‘de wind door mijn haren’ en soms kan ik me verbonden weten met die ‘sturende identiteit’, waarin ik met álles en állen verbonden ben.
En nogmaals stel ik mezelf de vraag: “Zitten wij wel aan het stuur van ons leven?” , of zijn wij als die kleine kinderen in die wagentjes in het pretpark, die denken zelf aan het stuur te zitten, om er later achter te komen dat zij rond gereden worden. (Van Kijken naar Zien. Tim Koldijk) Ben ik de chauffeur of de passagier? Is mijn leven maakbaar, of word ik gedomineerd door de omstandigheden? Ben ik de koetsier op de bok, of zit de godin Krishna op de bok met mijzelf in de koets? (Bhagavad Gita)
Einstein schreef: ‘Als de maan, tijdens het verwezenlijken van haar eeuwige beweging rondom de aarde, voorzien was van zelfbewustzijn, zou ze er volledig van overtuigd zijn dat ze aan het bewegen was vanuit zichzelf.’
Pas wanneer ik inzie dat ik slechts een stroom van gebeurtenissen ben, en dat er geen ‘ik’ in mij schuilt, wordt beseft dat ik misschien wel een keuze van mijn ziel of bewustzijn ben. Op zijn slechtst ben ‘ik’ alleen maar een kopie van de bewuste waarneming, en is mijn ‘ik’ noch de chauffeur, noch de passagier. Ik ben ‘het getuige-(on)bewustzijn’ van wat er gebeurt. Ik ben de getuige van mijn rol in dit ‘universele spel’ van mijn ziel of van de ‘ik-die-ben’. En daarin is het functioneren van mijn eigenzinnige, onbewuste, pijn vermijdende, bange zelf dé uitdaging voor mijn ziel.
Getuige te zijn van een leven van mijn ziel, is iets wat door mijn brein of mijn ‘ik’ nauwelijks begrepen of geaccepteerd kan worden. Maar juist de acceptatie daarvan zal mij gelukkig doen zijn, hoe strijdig deze ziele wens nu misschien nog is, met mijn fabrieksinstellingen en ervaringen, en met de overtuigingen waarin ik nog steeds geloof. Is alles werkelijk zoals het moet zijn? En wil ‘ik’ mijn “ziele-leven” wel zijn? Nog steeds wil ‘ik’ niets prijs geven. En daar zit nu net mijn probleem.
John Lennon zei het mooi: “Life is what happens to you, while you’re busy making other plans.”
Waarom niet focussen op en liefdevol accepteren wat ons geboden wordt? Of kijken we té ver vooruit en vrezen we nu al voor een onzekere toekomst. Hoe is het om gelukkig te zijn? Wat is ons overkomen dat het niet lukt? Wat is ons aangepraat? Waarom zijn we overtuigd van iets anders? En weer vraag ik: “Hoe betrouwbaar is ons denken?”
“Leven” is een ‘stroom’ van gebeurtenissen, waarop door ons ego predicaten worden geplakt, conform onze instellingen, onze wensen en de lessen die we in ons leven ontvingen. Gebeurtenissen worden geprojecteerd en zijn alweer gepasseerd, met achterlating van emoties die uitnodigen tot gedrag. Als een film waarin emoties en gedachten een hoofdrol spelen, en waarin the good, the bad en the ugly elkaars tegenspelers lijken te zijn.
Welke rol je ook speelt, van je ziel kun je een Oscar krijgen, én mag je gelukkig zijn, hoe ‘bad’ ook. Voor mijn ziel is in dit spel ‘the good’ niet beter dan ‘the bad’, noch ‘the ugly’. Dit zijn slechts de predicaten van mijn ‘ik’, waar ook een filmrecensent om zou lachen. Wij allen zijn immers creaties van de ‘ik-die-ben’, de regisseur. Creaties bedoeld als ervaringen voor de ziel, om het “leven” in ál zijn facetten te mogen ervaren en waarin óók dat wat in onze ogen ‘imperfect’ is, volmaakt is.
Bij Spinoza vinden we deze mening uitdrukkelijk terug: “Alles is bepaald, er bestaat geen toeval. Alles wat is en gebeurt, is in zich volmaakt. Er bestaat geen objectief ethisch goed en kwaad. Het leven heeft geen zin of bestemming. Ook ín de mens gebeurt alles, zowel lichamelijk als geestelijk, overeenkomstig de werking van de natuurwetten. Lichaam en geest zijn fundamenteel één. Zoals het is had het niet anders kunnen zijn.” (Stoïcijnse levenskunst. Miriam van Rijen)
Misschien net als binnen de kwantumfysica schept ‘bewuste aandacht’ voor ons een wereld, waarin ook ons onbewuste brein geïncarneerd wordt en zowel de uitvoerder als de getuige mag zijn. Een wereld die steeds verdwijnt en weer opgebouwd wordt, net als in ons geheugen, maar misschien ook daadwerkelijk. Een wereld waarover Einstein zei: “Ik weet niet of de maan er nog wel is wanneer ik niet kijk.”
Mijn brein doet instinctief wat het moet doen, zonder een ‘ik’ om te kiezen. Alleen bewustzijn kan tot een andere keuze leiden, maar laat de uitvoering ervan aan mijn onbewuste brein en aan het vermogen om bewust gemaakte ervaringen in te bouwen in mijn onbewuste breinbestanden. Mijn brein kan leren, mits er niet te veel weerstand bestaat vanuit eerder doorgemaakte ervaringen. Bewustzijn predestineert niet, maar laat zich verrassen door de flexibiliteit van mijn onbewuste brein, wanneer het dit een spiegel voorhoudt.

Recente reacties