‘Pas als de voyeur betrapt wordt is hij aanwezig’, schreef Sartre en hij was ook degene die stelde dat Descartes het ego had ontdekt met zijn stelling: ‘Cogito, ergo sum’. Immers, zo beweerde hij: ‘Je kunt niet zijn wat je waarneemt’. Pas wanneer we deze voyeur’ van ons ego ‘betrappen’ ontdekken we hoe de vork in de steel zit.
Het probleem bij het op zoek gaan naar inzicht in de grote vragen van het leven is, dat je niet weet waar je moet beginnen. Dus ging ik met allerlei zaken aan de slag, lang voordat ik een begin of een eind aan de kluwen kon ontdekken.

Zo verging het mij op mijn zoektocht. Verkenningen in de neurowetenschappen, daarbij geholpen door de hype van het moment: de bewering van Swaab dat ‘Wij ons brein zijn’, gevolgd door de uitspraak van Victor Lamme dat ‘De vrije wil niet bestaat’, maar met ons ‘Slimme onbewuste’ bracht Ap Dijksterhuis nog wat troost. En natuurlijk waren de reacties niet van de lucht. Herman Kolk reageerde furieus met ‘De vrije wil is géén illusie !’, en Arie Bos kopte in met: ‘Mijn brein denkt niet, ik wel’, terwijl onlangs André Aleman nog ‘Je brein de baas’ was.
Anderzijds ging ik te rade bij de filosofie, de spiritualiteit en de religie, maar het is moeilijk om een houvast voor een goede en degelijke start te vinden. En zelfs al heb je de nodige aanknopingspunten gevonden, dan nog is het lastig om deze eindjes aan elkaar te knopen en in heldere stukken weer te geven.
Mijn boek ‘Met Permissie’ was dan ook eerder een verslag van een warrige zoektocht, dan een duidelijk pad naar inzicht en geluk. En, je kunt het pas goed uitleggen wanneer je het zelf goed begrepen hebt, en dat had ik nog niet zo, ook al dacht ik een opening gevonden te hebben.
Daarom zocht de leraar in mij naar orde en volgorde, naar een kop en een staart, naar logica en helderheid. En in mijn pogingen om het uit te leggen ontwarde zich geleidelijk een rode draad die nodig is om deze duidelijkheid te geven en vooral inzicht te geven.
De vorm die ik nu gekozen heb lijkt daarbij op een verzameling columns, die in toenemende mate aan het denken moeten zetten om een werkbare levensbeschouwing te onthullen.
En één belofte wil ik graag doen: Als je het begrijpt zal je leven veranderen!
Veelbelovende tekst! Ik ben erg benieuwd naar je ontwarring van de knoop.
Je belooft nogal wat, Leo. Maar ik laat me graag verrassen. Ik ga in ieder geval proberen het(eerste hobbel..het??) te begrijpen.
Is logica nodig om inzicht te verkrijgen? Is denken de sleutel?
Goede vraag Marieke! Als mens denken wij met onze rede en met logica vragen te moeten en te kunnen benaderen, maar dan moet allereerst de vraag ‘plakken’. Daarmee bedoel ik dat hij eerst moet binnenkomen bij mij, en geinterpreteerd zoals hij door de vragensteller bedoeld is. Dat is al een hele klus. Dan moet vervolgens door mijn onbewuste brein uit alle mogelijke antwoorden een passend antwoord gekozen worden. Gelukkig vallen ons ook soms zomaar(?) gedachten in die wellicht een meer passend antwoord geven. De vraag is inderdaad wie er aan het woord is, wanneer het denken meent antwoord te moeten geven.
Heidegger, de ‘filosoof van het denken’, maakt daarom onderscheid tussen ‘das berechnendes Denken’ en ‘das besinnliches Denken’. Het eerste is meer een mechanisch proces van mijn onbewuste brein en het tweede zijn de gedachten die mij zomaar invallen. “Die Gedanken, sie kommen zu uns” zegt Heidegger. Dus, laat het maar binnenkomen.