
De discussie omtrent de vrije wil kwam in een stroomversnelling door het hersenonderzoek van Libet, waaruit duidelijk werd dat ons ‘bewustzijn’ als het ware achter de feiten aan loopt. Het brein laat een ‘bereidheidspotentiaal’ tot handelen zien, ‘lang’ (0,3 sec) voordat een besluit ‘bewust’ genomen wordt.
Maar wanneer het niet-bewuste brein alles regelt komt onmiddellijk de vraag naar voren: ‘Waarom hebben we dan nog bewustzijn nodig?’ “Waarom speelt alles zich niet in het donker af wanneer alles al geregeld is?” vroeg Victor Lamme zich af. (‘De vrije wil bestaat niet’) Bewustzijn lijkt hiermee immers achter de feiten aan te lopen. Maar wanneer ons bewustzijn er op de valreep nog voor kan zorgen dat dit onbewust voorgenomen besluit alsnog kan worden teruggedraaid of bijgesteld, dan levert bewustzijn ons daarmee dus juist een ‘vrije wil’ op.
Al onze besluiten worden onbewust voorbereid. Het bewust worden, en het onbewuste brein hierdoor geïnformeerd laten worden en op andere gedachten te laten komen, komt 0,3 sec. later, alsof het menselijk brein er nog even over na mag denken. Daarom lijkt de informatie van bewustzijn een soort vetorecht te hebben over het al of niet laten uitvoeren van wat onbewust reeds voorbereid is. Maar wanneer de bewust gespiegelde waarneming niet afwijkt en niet tot andere ideeën leidt, zal de uitvoering volledig ‘onbewust’ plaatsvinden.
Waar bij dieren slechts sprake is van niet-bewust handelen en derhalve ook van een ontbreken van een ‘vrije’ wil, bezorgt bewustzijn ons deze vrije wil, ook al blijkt deze vrije wil bij nadere beschouwing behoorlijk beperkt te zijn. Nadeel is ook dat deze ‘bewuste’ besluitvorming telkens voor een vertraging van 0,3 seconde in de werking van ons brein zorgt, wat de ‘savant’ in ons remt, en ons onderscheidt van een autist als ‘rain man’.
Schopenhauer wijst in deze discussie omtrent de vrije wil op een mogelijk nog interessanter vraagstuk hieromtrent. Hij zegt namelijk: “De mens kan wel doen wat hij wil, maar hij kan niet willen wat hij doet.” Onze wilsvrijheid is behoorlijk beperkt en relatief afhankelijk van onze ingebouwde vermogens, zeg maar van onze ‘fabrieksinstellingen’, maar ook van onze opvoeding.
Niet-bewust heerst er al een van nature bepaalde ‘wil’ en bovendien schuilen er in ieder van ons geheel unieke eigen levenswensen, waarover wij geen controle hebben en waarvan we niet eens weten waar die wensen vandaan komen. We zijn niet vrij in het krijgen van onze wensen en verlangens. Bij het maken van keuzes kunnen we hooguit op de valreep wat bijstellen, maar onze wil kan nauwelijks een andere dan de onbewust aangedragen ‘beste keuze’ maken.
Ook al weet ik dat ik over ‘een vrije wil’ beschik, omdat mijn bewustzijn door het bieden van zelfreflectie mijn ego tot heroverwegingen kan aanzetten, toch realiseer ik me dat deze ‘vrije wil’ behoorlijk beperkt is. Door mijn aangeboren ‘persoonlijke’ wensen, maar ook door de lessen en ervaringen die ik gehad heb is mijn ego geprogrammeerd en ge-herprogrammeerd en kan ik nauwelijks iets anders willen dan mijn op dit moment onbewust gemaakte keuze. Bovendien kan ik ook nauwelijks kiezen voor iets wat voor mij nieuw of onbekend is, en van huis uit is mijn brein bovendien nogal angstig en behoudend.
Wanneer je 50 jaar geleden een Indiaan uit het Amazone gebied gevraagd zou hebben of hij misschien door de lucht naar Parijs zou willen vliegen, zou hij niet begrepen hebben waarover je sprak. Net zomin kan mijn ego kiezen voor wat het niet kent. Iemand die vanaf de geboorte blind is kent geen licht en geen duisternis.
Verder geldt: “Wanneer mensen vrij zijn te doen wat ze willen, doen ze meestal elkaar na.” (Eric Hoffer) , een fenomeen dat bekend staat onder de naam: ‘mimetische begeerte’. (René Girard) Als mensen hebben wij dank zij onze spiegelneuronen een hoog imitatiegehalte.
Over de vrije wil zei Stephen Hawking: “Doe maar alsof je hem wel hebt, want het verschil zal je toch nooit weten, en mensen die ervan overtuigd zijn dat alles al vastligt kijken toch naar links en rechts bij het oversteken.”
Ik denk dus ik ben. Ik denk ook dat ik invloed heb, dus ik heb invloed?
Een soort telekinese, waarbij het vogeltje dat kijkt bepaalt wat het andere vogeltje zal gaan doen.
Invloed – maar niet de totale controle. Ik heb alleen invloed als ik veilig ben en in rust, vrij van prikkels als angst, kou en honger. Dan kan ik mijn bestemming voor korte tijd sturen. Morgen doe je dit of dat, zolang er geen sterkere prikkels tussen komen, een soort zelfhypnose, een verborgen opdracht.
Ik ben ook onderdeel van een groep. De groep geeft het individu meer kansen op overleving en groei. Imitatie is een onderdeel van het paringsritueel, een belangrijk element in het voortbestaan van de groep. Ook de groep is een levend organisme. Het heeft een collectief bewustzijn. Net als bij het individu zijn de primaire levensbehoeften leidinggevend. Als alle leden van de groep het belang van de groep voorop stellen is de kans op overleving van de groep het grootste. Groepen hebben echter leiding nodig, leden die niet aan de leiding staan kunnen daarom kuddegedrag vertonen. Groepsgrootte is belangrijk, als de groep te groot is valt deze uiteen. Afwijkend gedrag kan grote kansen bieden op nieuwe ontdekkingen die voorspoed kunnen brengen aan de groep. Diversiteit is dus goed voor de overlevingskansen van de groep. Het gevaar van groei is dat er veel groepen komen zodat de leiders zelf leiding nodig hebben. Macht corrumpeert, en absolute macht corrumpeert absoluut. Het kuddegedrag wordt dan grijpen en graaien. Als in een lichaam een tumor alle voedingstoffen naar zichzelf toe trekt om er alleen zelf van te groeien en te woekeren, dan is de enige kans op herstel van het lichaam om deze tumor zo snel mogelijk te verwijderen en te vernietigen. Het zelfbesef van de groep moet zich dat realiseren, zoals het ene vogeltje bewust naar het andere kijkt en ziet hoe het zich gedraagt moet ook de groep om zich heen kijken en zich bewust zijn van andere groepen, andere sociale experimenten en vooral van zichzelf. Collectief bewustzijn kan in de vorm van “zeitgeist” zichzelf voor korte tijd sturen, zolang er geen andere sterkere prikkels komen. Als het individu denkt dat hij invloed heeft, dan heeft hij invloed.
Hoe sterk de invloed is die ik door mijn bewustzijn op mijzelf of op de groep heb hangt van allerlei omstandigheden af. Als een enkele persoon op het juiste moment een groep tanks tegen kan houden door er doodleuk voor te gaan staan, dan kan ik slechts aannemen dat ik op bepaalde cruciale momenten in mijn leven door mijn bewustzijn invloed uitoefen op het verdere verloop.
De keuze van een partner, de keuze van mijn studie en werk, van mijn vrienden en mogelijk de keuze van het einde.
Ja, ‘ik’ denk, dus ‘ik’ ben, ‘ik’ besta. De ‘ik’ die denkt, wordt in deze waargenomen door zelfbewustzijn. Aanleiding voor Sartre om te zeggen dat Descartes hiermee het ‘ego’ ontdekt had. Zonder deze waarneming van zelfbewustzijn zouden we ‘onbewust’ leven en denken, daarbij aangestuurd door ego-instellingen en de reacties daarvan op de omgeving.
Het bewust worden van dit ‘zelf’ via zelf-bewustzijn kan mogelijk op zich al invloed hebben op de uitvoering van dit ‘onbewuste’ leven, en kan mogelijk zorgen voor ander ‘willen’ dan ‘onbewust’ voorgesteld.
In de Vedische geschriften wordt de invloed van ‘zelf’-bewustzijn ontkend. Dit ‘zelf’ wordt als ‘leeg’ gezien. Een ego zonder eigen opties. In zoverre heb ‘ik’ geen invloed noch keuze tot handelen, maar bepaalt Krishna, lees ‘bewustzijn’, via mij. Juist daarom kan ik mij ‘mijn’ handelen, noch ten goede, noch ten kwade toerekenen, ook al wordt mijn ‘ik’ hiervoor wel verantwoordelijk gehouden. Het is niet mijn prestatie, noch wanprestatie, omdat dat wat gedaan wordt, door mij heen gedaan wordt.
Zelf-bewustzijn is hierbij dan al intrinsiek uitgebreid tot een totaal bewustzijn, dat veel omvattender is dan alleen het bewustzijn van mijn zelf. Dan praten we over ‘HET bewustzijn’ in het algemeen, over de bron van alles.
Door velen wordt gedacht dat Bewustzijn de universeel sturende kracht is die ook mijn richting helpt bepalen, voor zover mijn ego daarvoor open staat. Sturend, maar inderdaad geen dwingende totale controle over het ‘onbewust’ gewenste gedrag. Geen determinatie, maar ruimte voor ‘eigen’ ontplooiing, ook al is die ook al vanaf de start deels bepaald.
Het onderdeel zijn van de groep is zeker mede bepalend voor mijn ‘willen’. Men spreekt dan ook over een ‘mimetische begeerte’. Een aanpassen van mijn gedrag aan de groep om erbij te mogen horen. Een groep eist ‘kuddegedrag’. Niet voor niets is mijn brein ruim voorzien van ‘spiegelneuronen’. Omdat wij niet kunnen overleven zonder de ander, passen we ons graag aan.
Het getal 7 lijkt een bijzondere plaats in te nemen in allerlei interacties in het leven, de week is opgedeeld in 7 dagen, terwijl we toch 10 vingers hebben en twee voeten zodat we van oorsprong tien of twaalftallig rekenen.
Op het pad van de zeven stappen naar volledige bewustwording, blijven velen ergens onderaan steken. De 7 verleidingen houden ons ervan af om het volgende niveau te bereiken. Dan zijn er nog de 7 deugden, die ons begeleiden op onze weg naar het volgende niveau.
Als het hoogste doel is om perfecte harmonie en vrede te vinden dan kun je ook denken wat is dat saai, het is juist de wanorde en het toeval dat ons op een hoger niveau van kennis brengt. Kennis is macht, maar echte macht is het pas als je beseft dat je macht hebt maar hem niet gebruikt. Dat je kennis hebt en de keuze om het wel of niet te delen. Het hoogste doel kan dan ook zijn kennis te vergaren. Kennis over het hoe en het waarom. Kennis is echter onuitputtelijk, elke nieuwe ontdekking roept nieuwe vragen op. Wat is het doel van het Ego?
Niet iedereen stelt zich die vraag. Je kunt teruggaan naar oude geschriften en oude religies, oude paden opnieuw doorlopen, maar uiteindelijk moet je ook dat niveau ontstijgen om te ontdekken wat er nog meer op je wacht. Het onverwachte, het inzien dat alles mogelijk is, dat niets is vooraf is bepaald, anders dan alleen door het toeval.
Dat het mogelijk is het toeval naar je hand te zetten als je je realiseert wat je in de schoot wordt geworpen. Dat als je je kansen niet grijpt om het volgende niveau te bereiken dat het een eeuwigheid kan duren voordat een ander dezelfde kans krijgt.
Naarmate je een hoger niveau van bewustwording bereikt wordt het steeds moeilijker je kansen te accepteren. Je bent je immers bewust van de reikwijdte en de consequenties van het accepteren van de volgende stap.
Is de wereld er wel klaar voor.
Dan is jezelf afzonderen in serene stilte een optie, maar dat is mogelijk niet het hoogste nivo.
Twijfel eerst maar aan wat anderen denken, en ontdek het zelf, hoever kun en wil je gaan?
Denken dat alles al is bepaald is een rem op je mogelijkheden.
Ego moet Ego ontstijgen, en zichzelf zien.