
Hij wil ons vooral een tegengeluid laten horen tegenover de bijna grenzeloze overschatting van het onbewuste. De rol van het bewustzijn wordt daarmee onderschat. Het bewuste denken is weliswaar een heel klein deel van het brein, maar daarmee kun je z.i. wel controle uitvoeren over de rest en via aandacht aansturen.
Toch levert hij maar weinig argumenten, behalve de opmerking dat ook routinegedrag ooit bewust moet zijn verworven, iets wat m.i. ook te betwijfelen valt. Zijn grootste probleem tussen bewust en onbewust is dat het niet makkelijk aan te geven is waar het een begint en het andere ophoudt. Iets wat we nu net zo graag van hem zouden willen horen.
Inderdaad lijkt Dijksterhuis de rol van bewustzijn als de baas in ons brein wat cynisch in twijfel te trekken wanneer hij zegt: “Het onbewuste als een ‘speciale butler’, slimmer en in feite machtiger dan de baas zelf.” Misschien dat juist een meer absolute scheiding tussen wel en niet-bewust hier daarom zou kunnen helpen.
Ook Jung vergeleek het bewuste al met een klein eilandje in de immens grote oceaan van het onbewuste. En ook al hebben we geen idee wat bewustzijn en zelfbewustzijn zijn, toch schatten we de verhouding tussen bewuste en onbewuste op 1 bit versus 10 miljoen bit. Maar, worden we hiermee niet op het verkeerde been gezet, en worden hier geen appels met peren vergeleken?
Het ontstaan van ‘zelfbewustzijn’ wordt gezien als het derde majeure mysterie, waarvoor geen wetenschappelijke verklaring te geven is, net zomin als voor het ontstaan van het heelal en het ontstaan van het leven. En juist dit ‘zelfbewustzijn’, door anderen zelfs gezien als de ziel of Bewustzijn dat ook na de dood niet verloren gaat, wordt in de uitvoering van zijn vermogens hier desondanks vergeleken met kwaliteiten van mijn onbewuste brein. Kortom, we hebben nog genoeg te leren, maar niemand zal het laatste woord hebben.

Recente reacties