In zijn magistrale werk ‘Homo Deus’ meldt Yuval Noah Harari dat de wereld van nu nog gedomineerd wordt door een liberaal pakket van individualisme, mensenrechten, democratie en de vrije markt. Liberalen waarderen deze individuele vrijheid, omdat ze geloven in de vrije wil. Maar, zo stelt hij, nu de wetenschap geen ‘vrije wil’ en geen ‘zelf’ kan ontdekken, is eigenlijk het hek van de dam.

De ‘vrije wil’ volstaat niet meer om het handelen van de mens te verklaren. Genen, hormonen en neuronen lijken de rol van deze zogenaamde ‘vrije wil’ overgenomen te hebben. Vrijheid en vrije wil zijn holle verhalen, en determinisme en toeval hebben de leiding.

Als extra argument schuift hij de evolutietheorie nog naar voren. Van ‘natuurlijke selectie’ zou bij mens en dier geen sprake kunnen zijn als wij vrij konden kiezen wat we eten en met wie we paren. Toch menen wij te handelen uit verlangen, reden waarom we ons ‘vrij’ voelen. Maar ook dieren handelen uit verlangen, wat hen nog geen ‘vrije wil’ geeft. De vraag is dus of we wel kunnen kiezen wat we verlangen. Of is het zoals Schopenhauer zei: “De mens kan wel doen wat hij wil, maar niet willen wat hij doet.”       

Ook op hersenscans kan de keuze die we gaan maken al voorspeld worden, voordat we er ons van bewust zijn. De beslissing weerspiegelt weliswaar de eigen keuze, maar het is alleen géén vrije keuze! Ik kies mijn eigen verlangens niet, ik voel ze alleen en handel ernaar.

En ook Harari wijst naar het concept van een ziel met een opdracht, en het verlangen deze opdracht waar te maken. Maar als we accepteren dat er geen ziel is, en geen ‘zelf’, dan zijn er ook geen eigen verlangens. Er is geen permanent ‘zelf’ dat eigenaar van die verlangens is. En ‘ik’ ben ook niet de baas over mijn gedachten, en kan ze geen definitief halt toeroepen.

De wetenschap heeft inmiddels dus ook het geloof in het individualisme ondermijnt. Mensen zijn geen individuen volgens Harari, maar eerder ‘dividuen’. En om het gevoel van één onveranderlijk ‘zelf’ te kunnen behouden kiezen we maar voor onze ‘verhalende’ zelf, liever dan voor de ‘ervarende’ zelf.

En Harari verwijst terug naar Boeddha en Plato, die dit individuele ‘zelf’ ook al in twijfel trokken. Wetenschappers echter lijken te weigeren om van hun geloof in het liberalisme af te stappen, en spelen dubbelspel, stelt hij.