
Over ‘loslaten’ als levenskunst
Een jaar geleden publiceerde Jeroen Hopster in Filosofie Magazine een boeiend artikel over ‘Loslaten als levenskunst’. Hierin kwamen belangrijke verschillen tussen het Oosters en Westers denken naar voren. Wij in het westen benaderen het leven als een reis met een missie, met een doel en een bestemming, terwijl de Oosterse levenskunst geen noties als zin en bestemming in haar systeem heeft.
In het Oosten adviseert men om het leven als vanzelf te laten gaan. Om één te worden met de situatie, en daarin je geluk te vinden zonder te zoeken. En dit adviseren komt niet zomaar als advies naar voren, maar berust op de overtuiging dat er toch niets over te vertellen valt en dat iedere vorm van verzet je geluk in de weg staat.
In het taoïsme bestaat al evenmin een weg om te bewandelen. De weg komt eenvoudig achter je aan. In aanvaarding volgen van wat zich aandient én ernaar handelen. Dát is de route.
Het boeddhisme gaat nog iets verder en kent zelfs geen ‘ik’ of iemand die iets moet bereiken. Er zijn alleen gedachten, maar niet ‘iemand’ die deze gedachten heeft. Het leven is een stroom van gedachten en van dingen die gebeuren. Verlang niet anders dan wat is. Om hierin een doel, betekenis of zin te onderscheiden is moeilijk, zo niet onmogelijk. Volg je missie, betekent meegaan met de stroom die zich aandient, zonder vast te klampen of los te laten. Weliswaar lijkt er iemand te zijn die iets doet, of iets kan doen, maar er is niemand. Er wordt eenvoudigweg gedaan.
De boodschap is dat pas wanneer je het loslaten zelf hebt losgelaten, het doel bereikt is.

Recente reacties