
De relatie tussen ego en ‘plus’
Alleen met de constatering dat wij zowel Ego als Bewustzijn zijn is nog lang niet alles opgelost. Integendeel, daarmee leek het aantal vragen alleen maar toe te nemen. Dat bleek ook uit de onvree van André Aleman, die het ‘brein de baas’ wilde zijn. Want hoe moet dat dan? Waar begint bewustzijn en waar houdt het niet-bewuste op? En hoe communiceren die twee samen? En wie stuurt wat aan?
Bewustzijn is met een eigen missie in dit leven gekomen, die het kan bereiken door aandacht te geven aan wat bij hem past. Ons onbewuste brein produceert talloze gedachten per dag, waarop bewustzijn al dan niet kan focussen. En soms kan bewustzijn er ‘nog net een op de staart trappen’ die hem goed past. Het is juist dit ‘bewust’ oppikken van deze gedachte wat ons verder kan brengen in onze ontwikkeling.
Hetzelfde geldt min of meer ook voor de keuze tot reflectie welke bewustzijn kan maken uit de talloze fysieke zintuiglijke waarnemingen. Alleen wanneer het onbewuste brein gedwongen is te focussen op gevaar of op lopende opdrachten lijkt de keuze van bewustzijn beperkt. Daarbuiten speelt een gedeelde missie van bewustzijn en het ego beiden in de kaart.
Verwarring sloop ook binnen met de metafoor, waar we via de chauffeur en de passagier bij de koets en Krishna uitkwamen. ‘Ik’ word gebruikt als voertuig, maar dit ben ik slechts ten dele, want behalve ego ben ik ook ‘plus’, bewustzijn, of Krishna, voor zover mijn volautomatisch ego niet zelf kan rijden, zoals bij álle al of niet gewervelde soortgenoten het geval is.
“Das Sein braucht der Mensch” zei Heidegger.
Verwarring, omdat wij er niet aan gewend zijn onze ware aard te kunnen zien als twee in één: ‘Ego én zelfbewustzijn’, of misschien wel ‘Bewustzijn en ego’. Voor het eerst in de evolutie heeft zelfbewustzijn plaats genomen in de koets van ego. Kenner en gekende onder één dak, ook al gaat iedere metafoor wel ergens mank, zeker als de koetsier onzichtbaar blijkt.
En dankzij dit Zelfbewustzijn krijgt ego niet alleen meer zicht op zichzelf, maar door samen te focussen krijgt het ook de kans op extra nieuwe inzichten, en kan het leren. Samen zijn wij ons brein de baas.

cogito , ergo sum !!=ego+bewustzijn
Dank voor deze reactie, die goedis om even verder op in te gaan.
“Dubito, cogito, ergo sum.” schreef René Descartes. Deze zin heeft tot veel misverstand geleid met name omdat ‘geest’ verschillende betekenissen kent. Geest als product van onze hersenen hoort volledig thuis binnen ons ‘ego’ of ons lichaam en is zoals Spinoza, en later Damasio, al zei nooit van het lichaam gescheiden geweest. Sartre zei ervan dat Descartes hiermee het ‘ego’ ontdekt had. (Zelf-)Bewustzijn is hier de toeschouwer, een deel van onszelf, dat hier ‘ego’ ontdekt. Mijn ware zelf kent een tweedeling van IK en mij, of zoals Charles terecht stelt: ego en bewustzijn. Ik ben: ego + bewustzijn. Bewustzijn heeft ons zowel veel vreugde, lering, maar ook enige ‘verwarring0 gebracht, omdat wij net als Swaab suggereerd ons ego dan wel ons brein zouden zijn. Neen, wij hebben een ego, en zijn het maar ten dele.
schizofrene scheiding tussen ego en bewustzijn(lichaam en geest)
Het is inderdaad heel moeilijk om de verhoudingen en integratie tussen bewustzijn en het onbewuste ego aan te geven. In zijn boek ‘Het emotionele DNA geeft Prof. Pierre Capel een leuk intermezzo op deze vraag:
“Hoe is nu de balans bij het waarnemen tussen objectief en subjectief, en tussen bewust of onbewust? Omdat waarnemingen bijna altijd worden gekoppeld aan herinneringen, stemmingen en omgevingsfactoren, is objectiviteit een schaars goed. Maar hoe ligt dat bij bewust of onbewust?
Zijn alle waarnemingen bewust, ofwel moet de neocortex altijd meedoen? Een goed voorbeeld is de vraag of je iets kunt zien als je niets ziet. Het antwoord is ja, en dit fenomeen heet ‘blindsight’. Er is een patiënt bij wie, na twee hersenbloedingen, de visuele cortex zodanig beschadigd is dat hij totaal blind is. Als aan deze patiënt een reeks rondjes en vierkantjes wordt getoond, kan hij daar geen onderscheid in maken, wat gezien zijn blindheid te verwachten is. Maar wanneer gezichten met een angstige of blije uitdrukking getoond worden heeft hij een redelijk juiste score, waarbij angst het gemakkelijkst werd gescoord. Functionele MRI laat zien dat de rechter amygdala daarbij actief is.
Emotionele gezichtsuitdrukkingen kunnen dus onbewust worden waargenomen. Trouwens, behalve het waarnemen van menselijke emoties, kon deze patiënt ook door een gang lopen waar allerlei obstakels waren geplaatst zonder dat hij hier tegenaan botste. Dus navigeren kan ook zonder bewuste waarneming.
Om uit te sluiten dat bij deze patiënt toch nog een restactiviteit aanwezig zou zijn, is een dergelijk onderzoek naar ‘blindsight’ bij ziende personen uitgevoerd, door middels een sterk magnetisch veld de visuele cortex uit te schakelen. Deze techniek heet ‘transcranal magnetic stimulation’. De proefpersonen kregen op een scherm steeds vier emoticons te zien, waarvan drie neutraal en de vierde vrolijk of droevig was en zij moesten aangeven of er een vrolijke of angstige emoticon te zien was. De emoticons wisselden zeer snel en steeds op andere plaatsen. De gemiddelde juiste score lag rond de tachtig procent. Als de visuele cortex bij deze proefpersonen werd uitgeschakeld door het magneetveld achter op het hoofd, zagen zij niets meer, maar toch bleef de score hetzelfde. Dus ook hier was sprake van ‘blindsight’ en werden de emoties onbewust waargenomen. Tijdens de gewone test zonder magneetveld was de snelheid van de wisselende emoticons erg hoog, waardoor de proefpersonen geen tijd hadden om na te denken. Als de wisselingen langzamer verliepen, kregen ze meer tijd om bewust na te denken, met het volgende onverwachte resultaat: de score nam dramatisch af en ze maakten meer fouten. De bewuste waarneming remde de onderbewuste.
Conclusie: Waarnemen is een ratatouille van de meest uiteenlopende elementen. Het recept van de ratatouille bestaat uit intuïtieve, emotionele en rationele componenten, die gemarineerd zijn in historische achtergronden en herinneringen, omgevingsfactoren en stemmingen. En dit geheel wordt gekruid met levensbeschouwelijke opvattingen en karaktereigenschappen, en geserveerd op een bedje van genetische variaties.
Als al het waarnemen en handelen gestuurd wordt door een mix van bewuste en onbewuste processen, kunnen wij dan wel rationeel en objectief waarnemen?”