
Wanneer je ego werkelijk ‘wakker’ is, wordt ‘gezien’ zonder ogen. Misschien staat dit ‘ontwaken’ ook in jouw levensscript, net als bij Olette Luitwieler (De levensdroom), of misschien ook niet. Misschien moet jij je in jouw rol wel ‘volmaakt’ verzetten tegen dergelijke gedachten, en ga jij voor je ego. Ook Copernicus werd niet onmiddellijk begrepen, en ondervond de nodige weerstand.
Het waarnemen van ons ego was onze eerste grote confrontatie in dit leven. Ook wij trapten in dé onbetwijfelbare eye-opener van Descartes: “Cogito, ergo sum”. Ook wij namen onszelf waar, en ook ons werd geleerd dit ‘ik’, dit ego dat we waarnamen, te ‘zijn’, en om vervolgens onszelf in het centrum van de wereld te plaatsen. Onze Copernicaanse vergissing! Niet ‘ik’ in het centrum, maar ‘Bewustzijn’. Mijn ‘ik’ is niet de chauffeur, noch de passagier, maar is de auto. Het is ‘Bewustzijn’ dat mij ‘bewust’ en onbewust doet zijn.
Ons werd verteld dat we ons aan moesten passen aan de rest en aan onze plek in deze wereld. En inmiddels zitten we zo in déze rol, dat we vergeten zijn dat het leven werkelijk een spel is. Een spel, niet van ons ‘ik’, maar van bewustzijn, dat onze natuur, en daarmee ons script heeft bepaald. Dat ons maakt en aanstuurt, door ons brein te reflecteren en daarmee a.h.w. indirect te souffleren. De Copernicaanse ommekeer is, dat Bewustzijn in het centrum van onze wereld staat, en niet de ‘ik die denkt’ en er slechts is.
Geluk is een fabrieksinstelling van ego. Je geluk wordt geboycot wanneer jouw denken anders wil dan wat het script van je ziel en bewustzijn bepaalt. Het is je ziel, dan wel bewustzijn, die bepalend is in jouw wereldbeeld. Wanneer je brein zich verzet en iets anders wil dan wat is, dan bederf ‘jij’ ‘jouw’ geluk en word je ongelukkig in de rol die jij speelt in deze film van jouw leven. Geluk betekent genieten van de film waarin jouw ‘jij’ meespeelt en waarvan het ook de getuige mag zijn! Geniet van je spel. Laat je erdoor verrassen, net als je ziel.
“We moeten geen slaven, maar meesters van ons ego zijn.” Maar hoe moet ‘ik’ omgaan met dit soort adviezen? Wie praat hier tegen wie? Wie is hier de sparringpartner van mijn ego? En wie heeft er hier gelijk? Is dit een vorm van ‘innerlijke spraak’ van mijn ego dat zichzelf adviseert om “geen slaaf van mijn ego te zijn”? Of is dit voortschrijdend inzicht van een ego, dat zichzelf nog moet overtuigen, en bezig is oude standpunten los te laten?
Uiteindelijk is hier sprake van mijn bewustzijn, dat met deze gespiegelde gedachte mijn brein waarschuwt voor mijn ego, mijn zogenaamde ‘ik’, en dat op zoek is naar een ander evenwicht. Het is bewustzijn dat zich op een dergelijke manier met mijn ego wil bemoeien. ‘Bewustzijn’ dat koersbepalend is, ‘een continu sturende identiteit’, die ongevraagd adviezen geeft aan mijn ego-brein. In dit geval om toch vooral voorzichtig te zijn met bepaalde breinstandpunten. En dergelijke ‘bewustzijnsadviezen’ zouden dus ook vanuit ‘het veld’ tot mij kunnen komen, als ingevingen of plotselinge inzichten.
In haar boek ‘De levensdroom’ legt Olette Luitwieler ons uit dat plotseling ‘zien’ haar heeft doen ontwaken uit deze droom waarin wij allen leven. Hoe dit kwam en hoe we het dan ‘zien’ blijkt niet uit te leggen. Voor haar is het een geschenk van ‘bewustzijn’, grenzend aan het ontwaken van Boeddha.
De belangrijkste bron van ons ‘niet gelukkig zijn’ is dat wij onszelf en anderen niet zien zoals we daadwerkelijk zijn, ‘medespelers’ in onze levensfilm, waarvan sommigen dus onze tegenspelers zijn. Acteurs gecast voor iedere denkbare rol in deze film die ‘Mijn leven’ heet. Acteurs in de rol van ‘the good’, ‘the bad’, als ‘the ugly’, co-acteurs, géén echte tegenstanders. Daarentegen zien wij onszelf als afgescheiden, losstaand en als tegenspelers van de ander.
Het komt vooral omdat we ‘het niet begrijpen’. Onze overtuigingen en onze gedachten vormen de oorzaak van onze problemen. We willen de wereld veranderen, maar die is al volmaakt. Het spel ís volmaakt, maar jouw denken in het spel (nog) niet. En nogmaals: Het ‘ik’ bestaat niet. Het ‘ik’ is een mentale constructie en een mentaal gebeuren.
In de film van ons ‘ik’ maken we van alles mee en spelen we de ‘afgescheiden’ tegenspelers. Dus is het advies van Lama Yeshe: “Klamp je niet vast aan dogma’s, en besef dat dit in de film gebeurt. Accepteer jezelf in de rol zoals je bent, maar houd ook in je rol ruimte voor spelverbetering, door je ‘bewust’ te zijn. Misschien is het doel van het leven wel: ‘ijs en chocolade’. Sommige van je ideeën liggen in de beton. Kies maar voor gedachten die je gelukkig maken.” (Wat als de Chocolade op is? Lama Yeshe)
De spelverbetering wordt je geboden door de suggesties en influisteringen van de regisseur. Sta af en toe stil en luister naar je ingevingen. “Het gaat er niet om of God wel naar jou luistert, maar of jij wel naar God luistert.”, en voor God mag je hier ook ‘bewustzijn’ invullen.

Recente reacties