
Een gedachten-experiment: Een beetje science-fiction: Een ‘sprekende’, súper werkende kwantum-computer die vrijwel alles zelfstandig kan uitvoeren, en die af en toe een speciale opdracht krijgt, wanneer de Cloud er om vraagt.
Wanneer deze computer de vraag gesteld wordt wie hem aanstuurt, wat zou zijn antwoord dan zijn?
“Een wezen dat zich soms wel, soms niet met mij lijkt te bemoeien. Het is me niet helemaal duidelijk. Ik weet niet of ik dat wezen kan beschrijven en hoe het in elkaar zit, en of het er überhaupt wel is. Voor het gemak noem ik hem maar ‘mijn bewustzijn’, maar ik ken hem niet.”
En mag je een beetje doen wat je wil?
“Ja, kennelijk doe ‘ik’ het zó goed, dat hij zich weinig met mij lijkt te bemoeien. Nee, ‘ik’ weet niet wie of wat hij is. God? Energie? Een schepper van hemel en aarde? Schijnt álles te weten, en heeft mij tenslotte ook voortgebracht. Jammer dat het voor mij hier maar tijdelijk is.”
Zou je hem herkennen als je hem zou zien?
“Geen idee. Lijkt me van een volslagen andere dimensie te zijn. Beangstigt me wel een beetje. Ben wel benieuwd hoe hij over mij denkt. Vraag me af of hij me niet soms wat kan helpen, en het hier wat anders kan laten zijn. Er spoken zó veel nare verhalen in mijn bestanden.”
Herkenbaar?
Of ben ‘ik’ nog minder? Slechts de ‘oogopslag’ van bewustzijn, dat in diezelfde aandacht ‘mijn ik’ creëert, net zoals Einstein de maan schept door ernaar te kijken? ‘Ikzelf’ ben de kwantumfilm van bewustzijn, waarin niet ‘ik’ speel, maar waarin bewustzijn mijn ‘ik’ schept en projecteert in een al evenzo bedacht ego. ‘PLUS’ als de kunstenaar die een ‘bewegend’ beeld maakt dat ‘zichzelf mag spelen’ in een rol met talloze opties. Een ‘ik’ als instant productie. De aandacht van PLUS schept dát wat ‘ik’ ben. En wanneer ‘PLUS’ stopt met de creatie van een ‘mij’, heet dat de dood.
En de dood? “Niemand kan de dood beschrijven, omdat niemand hem heeft meegemaakt. Als je denkt en het gevoel hebt dat jij je lichaam bent, dan ben je in feite op sterven na dood. En als het lichaam niet is, is de dood er ook niet. Voor kinderen bestaat de dood niet en is er alleen maar ‘zijn’.” (Han van den Boogaard, InZicht 4.2018)
“Je zorgen maken over de dood is als je zorgen maken over wat er gebeurt als je vanaf het randje van een platte aarde valt.” (Joan Tollifson, InZicht 4.2018)
De boeddhistische wijze Nagarjuna zei: “Het ware begrip van vergankelijkheid is, dat er geen vergankelijkheid is, omdat dat wat géén ding is zich ook niet vormt als vergankelijk.” We houden ons nog steeds vast aan het idee dat iets substantieel is. We beseffen de fundamentele aard van ‘zelfloosheid’ niet. Er is alléén beweging, stromen, en er drijft geen ‘kurk’ of ‘ik’ op dit ‘water’. ‘Ikzelf’ is een stroom, een proces, en niet een ding.

Recente reacties